INZICHT - Opgroeien in Nederland, met een Surinaamse achtergrond brengt spanning met zich mee. Want de twee culturen botsen regelmatig. De mate waarin dit het geval is, is voor de één hoger dan de ander, maar leden van de ‘tweede generatie’ hebben er allemaal mee te maken. Bestuurskundige Santino Boldewijn is van deze ‘tweede generatie’. Via zijn eigen set van normen en waarden verbindt hij zich met de traditionele Surinaamse cultuur en leidt tegelijkertijd een gelukkig leven in Nederland. Hij is openhartig over de ‘tweede generatie’, tussen luisteren naar ouders en een eigen plan trekken. Hoe bereikt hij zijn doelen in Nederland, zonder dat hij de traditionele Surinaamse waarden die hij van huis uit mee kreeg uit het oog verliest? Het antwoord is: investeren in positieve relatiepatronen met zijn omgeving.
Leven in twee werelden
Dat ik een prototype ‘tweede generatie’ lid ben, kwam ik snel genoeg achter. Ik leef echt tussen twee culturen in. Op jonge leeftijd merkte ik het al bij de dagelijkse thema’s. Bij mijn Nederlandse vrienden bijvoorbeeld, sliepen de honden in bed, terwijl in mijn familie de honden echt wel gewoon beneden bleven. En bij mijn familie in Suriname komen ze met geen poot binnen. Op kamp, op de middelbare school stond ik mijn tanden te poetsen. Mijn klasgenootjes vroegen me waarom ik zo een gorgel geluid maakte. Ja, gewoon om mijn tong te poetsen. Dat vonden ze heel vreemd. Ook was ik één van de weinige ’s morgens en ’s avonds douchte. Zij vonden dat er niets mis mee was om een keer per dag te douchen.
Dat er binnen mijn familie verschillen waren in opvoeding, kwam ik ook snel achter. Op een gegeven moment stond ik bij mijn tante af te wassen. Volgens haar deed ik het op de ‘Hollandse manier’. Dus meteen afdrogen na het zepen. Dus die keer daarop zeepte ik, spoelde ik, droogde ik, zoals mijn tante mij verzocht. Ik heb geleerd altijd respect te houden voor ouderen en naar hen te luisteren. Het feit dat ik mijn ouders met ‘je’ en ‘jij’ mocht aanspreken verandert daar niets aan. Ook had ik redelijk wat inspraak. Ik mocht bijvoorbeeld mee bepalen als we op vakantie gingen, in wat voor hotel we sliepen of meehelpen met het uitzoeken van meubels of een nieuwe tv, enzovoort. Maar uiteindelijk bepaalden mijn ouders toch wat het beste was. De manier van opvoeden bij mij thuis was niet vanzelfsprekend voor mijn neefjes en nichtjes. Die zijn veel strenger opgevoed. Ik mocht vragen stellen, terwijl zij moesten luisteren. Want vragen stellen is brutaal. “Waarom moet ik dat doen?” “Omdat mama het zegt!” einde discussie. En als je niet luistert? Dan wordt je zaak doorgeschoven naar papa. En papa zijn handen zijn groot en komen hard aan!
Het spanningsveld
Ook zwaardere thema’s brengen spanningen met zich mee. Ik herinner me het gesprek met mijn studiegenoot, ook lid van de ‘tweede generatie’. Zijn ouders zijn verbaasd over de openheid van seksualiteit in Nederland. Hij refereert naar het programma ‘Seks Academy’, waarin de populaire seksuologe Goedele Liekens lesgeeft aan koppels, waarvan hun seksleven wel een opfrisbeurt kan gebruiken. Nee, ik heb de uitzending niet gezien, maar ik ben heel nieuwsgierig wat hij gaat zeggen. “Mijn ouders hebben me geleerd dat seks iets is wat tussen vier muren gebeurt. En zij hebben het weer van hun ouders geleerd. Ik praat wel over seks, maar dan alleen in besloten kring. Niet het hele land hoeft mee te kijken. Ik vraag me af hoe ik later aan mijn kinderen uitleg dat seks een privé zaak is, terwijl hij of zij constant overal om zich heen ziet dat seks wél gewoon bespreekbaar is met een ieder,” zegt hij.
Hij is op dreef en vervolgt zijn gesprek. “Nog zoiets. Ik ben opgevoed met het idee dat homo zijn iets verkeerd is. Laatst hoorde ik mijn ouders praten. Wie heeft er nu gelijk? Zijn homoseksuelen gelijk aan ons? Moet ik ze nou met respect behandelen of juist duidelijk maken dat wat ze doen niet goed is? Mijn familie is echt conservatief daarin hoor. De Nederlandse cultuur ligt qua homo-acceptatie mijlenver voor op de Surinaamse. Mijn nichtje kwam twee jaren geleden uit de kast. Ik voelde allang aan dat ze op vrouwen valt, dus voor mij was het geen verrassing. Ze vertelde het eerst aan haar ouders. Daarna vertelde ze het direct aan mij. Omdat ik de ruimdenkendste van de familie ben, volgens haar. Ik mocht het van haar doorsijpelen naar andere familieleden. Ze heeft het echt heel zwaar. Homoseksualiteit is in mijn familie taboe. Mijn tante zegt zelfs dat haar dochter vervloekt is. En zij dus ook. Volgens mijn vader is het een zonde, en dat maakt hij haar ook constant duidelijk. Ik denk dat mijn nichtje zich ongewild en ongeaccepteerd voelt. Maar ze is sterk. Ze is gewoon zichzelf, dat is haar kracht. Ze bezwijkt niet onder druk.”
Socialisatie
Zijn woorden doen mij denken aan het proces van socialisatie; de cultuuroverdracht van de ene generatie op de volgende generatie. Onze ouders hebben ons normen en waarden uit de Surinaamse cultuur bijgebracht. Vervolgens implementeren wij dit in ons leven. Ik ben van mening dat het respecteren van cultuur een extra moeilijkheid met zich meebrengt, namelijk het feit dat wij in Nederland opgroeien en niet in Suriname. Onze ouders konden de cultuur die zij van hun ouders meekregen bijna één op één toepassen in hun eigen leven, omdat zij opgroeiden in Suriname. Zij moesten het dus enkel toepassen in een nieuwe tijdsgeest. Wij moeten het daarbovenop ook nog eens toepassen in een ander land. Socialisatie wordt door ouders vaak als geslaagd beschouwd wanneer we de regels uit onszelf navolgen. Maar in hoeverre is het mogelijk om deze regels te internaliseren als ‘tweede generatie’? Is het überhaupt wel mogelijk om de regels van de traditionele Surinaamse cultuur te internaliseren, zonder daarbij buiten de Nederlandse maatschappij te komen te staan? Kiezen we de cultuur die we van onze ouders meekrijgen, met daarbij als risico te nemen om te worden gezien als niet goed geïntegreerd in Nederland? Of kiezen we ervoor om voor de volle honderd procent mee te draaien in de Nederlandse samenleving en daarbij de kans op succes in de Nederlandse maatschappij te vergroten, maar door onze mede Surinamers (en soms zelfs door onze ouders) te worden gezien als verkaasd?
Een set van normen en waarden
Ik herken mezelf in mijn studiegenoot. Het innerlijke conflict dat ontstaat tussen het willen meedraaien in de maatschappij enerzijds en het respecteren van traditionele culturele waarden anderzijds. Tussen ‘luisteren naar je ouders’ en ‘je eigen plan trekken’. Eén van de vraagstukken waar ik tegenaan loop is: hoe bereik ik mijn doelen en leef ik het leven dat ik wil leven in Nederland, zonder dat ik daarbij de traditionele Surinaamse waarden die ik van huis uit mee kreeg uit het oog verlies?
Voor mij is het een leerproces, waarin ik mijn eigen plan maak, mijn eigen koers vaar. Dit doe ik door mijn eigen doelen en stelsel van normen en waarden vast te stellen, waarin beide culturen verweven zijn. Belangrijk om te vermelden is dat deze set zeker niet te zien is als een vervanger voor beide culturen. Het is slechts een leidraad in geval van twijfel. In principe houdt het in dat ik kies voor datgene wat in dat geval het meest praktisch is. Het blijft echter behelpen omdat het spanningsveld in de kern nog altijd blijft bestaan. De nieuwe set is enkel een manier om hier beter mee om te gaan. Het spanningsveld verdwijnt dus niet en is nog steeds aanwezig. Ik houd me daaraan vast, zonder daarbij het respect te verliezen voor mensen die er een andere leefwijze op na houden. Ik pas me aan, zonder als kameleon door het leven te gaan. Ik stel me open door niet meteen in termen als ‘goed’ en ‘fout’ te vallen. Ik ben begripvol door te redeneren vanuit het referentiekader van een andere cultuur. Op deze manier investeer ik in gezonde relatiepatronen met mijn omgeving. Want hoe dan ook, at the end of the day, a lespeki mus de, ala ten!
Santino Boldewijn (Paramaribo, ’88) emigreert op zijn tweede, samen met zijn ouders, naar Nederland. Opgroeien in twee culturen ziet hij als een sterkte. Volgens hem is het geen barrière wanneer je je echt openstelt voor de ander. Santino is ‘in between studies’ en is van plan om een master Bestuurskunde te doen.