PERSOONLIJK VERHAAL - Het is 1988, Lorraine is anderhalf jaar jong, wanneer haar ouders scheiden. In de rechtbank gebeurt er iets bijzonders. Haar vader krijgt Lorraine en haar broer toegewezen, en wordt dus alleenstaande vader. Een alleenstaande Surinaamse vader notabene. Iets wat in die tijd niet veel gebeurde. De liefde voor haar vader brengt haar heel veel positiviteit.
Dat kinderen na een (echt)scheiding doorgaans bij de moeder wonen, was niet op mij van toepassing. Dat mijn vader mijn haren kamde, naar ouderavonden kwam, mij naar zwemles bracht, mijn verjaardagsfeestjes organiseerde…Al deze dingen waren voor mij volkomen normaal, maar voor een ander opvallend. Men ging er altijd van uit dat ik door mijn moeder verzorgd werd. Maar in ons huis was dat anders. Daardoor voelde ik me altijd bijzonder. Ons gezin was namelijk een beetje anders dan anders.
Ondanks dat ik me bijzonder voelde, waren er ook momenten dat ik mijn moeder miste. Wanneer mijn vader boos op me was, kon ik niet naar mijn moeder rennen voor een aai over mijn bol. Ik verlangde op die momenten simpelweg naar een moeder. Het andere moment omdat ik typisch meisjesdingen wilde delen. Dat kon niet met een vader en een broer. Als ik bijvoorbeeld vlinders in mijn buik had, durfde ik dat niet met mijn vader te bespreken en bij mijn broer kon ik al helemaal niet aankloppen. Mijn broer en ik hadden een haat liefde relatie. Ik klikte liever over hem, dan dat ik lief deed. Af en toe konden we wel leuk samen spelen.
Het was 1998, toen ik na schooltijd thuiskwam en mijn vader zei dat ik zo gebeld zou worden. Ik was elf jaar. Ik werd wel vaker gebeld door mijn opa en oma (van mijn moeders kant), dus een telefoontje opzich was niet vreemd. Wel vond ik het vreemd dat ik echt bij de telefoon moest gaan zitten wachten. In die tijd hadden we natuurlijk nog de vaste huistelefoon, met snoer. So mi sidon in a sturu en mi ben wakti. Gelukkig duurde het niet lang voor de telefoon over ging. Ik nam op. En ineens was dat haar. Mijn moeder. Ik wist natuurlijk wel dat ik ergens een moeder had rondlopen, maar had verder geen informatie over haar. Het horen van haar stem maakte het voor mij concreet. Ik had een moeder. Was ze aardig? Was ze stoer? Voor het eerst in mijn leven vroeg ik me dat af. Hoe erg ik ook in de war raakte van deze spontane actie, ik had er wel zin in.
Lorraine is elf jaar wanneer ze haar moeder voor het eerst spreekt
Het moment dat ik mijn moeder (voor mijn gevoel) voor het eerst zag was gek. Ik was gespannen en zo blij dat ik mijn moeder mocht ontmoeten. Disi na a fosi leisi, san mi si a oema, soema ben mek mi si a grontapu. En toch, ondanks dat ik mijn moeder niet kende, voelde het weerzien vertrouwd.
Het is 1999 wanneer ik bij de Nederlanse wet, ervoor kies om bij mijn moeder te wonen. In mijn herinnering was dat omdat ik daar soft mocht drinken en van alle soorten troep mocht eten. Ik was twaalf! Het volgende moment werd ik geïntroduceerd aan de verschillen in opvoeding. Mijn vader. Streng en strikt. Mijn moeder was het tegenovergestelde. Vrij en open. Ik raakte daardoor in de war. Ik was de opvoeding van mijn vader gewend, dus ging bij mijn moeder totaal uit mijn comfortzone. Op die leeftijd stond ik er niet bij stil, maar achteraf gezien heeft dat mij wel degelijk problemen gegeven.
In 2001, op mijn veertiende, start ik met het opschrijven van mijn emoties, gedachtes, gevoelens en andere bezigheden. Het beschrijven van gedachten en andere bezigheden is tot op de dag van vandaag mijn uitlaatklep en een hele fijne hobby. Voor mij werkt dit bijna therapeutisch. Met het van me afschrijven, krijg ik vaak al heldere inzichten, valt alles op zijn plek en lijkt alles helemaal niet meer zo lastig als ik in eerste instantie dacht. Door te schrijven over een probleem kan ik er meer afstand van nemen. Toentertijd ging het natuurlijk voornamelijk over jongens en de problemen. De kracht van schrijven is voor mij groot, waardoor ik zelfs songteksten heb geschreven en ben begonnen met zingen. Het moment dat mijn vader in het ziekenhuis lag door hartproblemen, heb ik een gedicht geschreven, ingelijst en aan hem gegeven. Mijn vader is een man die niet snel laat zien dat hij emotioneel geraakt is, maar na het gedicht gelezen te hebben, zag ik overduidelijk dat hij geraakt was door de woorden van zijn jongste.
Op bezoek bij haar vader in Amsterdam West
Toen ik in 2010 zelf moeder werd, zag ik de voordelen van mijn verschillen in opvoeding. Ik heb beide ervaren en kies nu zelf het beste uit deze twee werelden. In de opvoeding van mijn zoon neem ik dus bewust beide mee, en natuurlijk een deel van mezelf. Het maakt mij tot dus deze specifieke moeder. Het concrete en duidelijke heb ik van mijn vader. En dat ik ook wat makkelijker ja kan zeggen tegen mijn zoon, heb ik weer van mijn moeder. Soms vraag ik me af wat er gebeurd zou zijn als ik bij m'n vader was gebleven, maar daar zal ik nooit een antwoord op krijgen.
Samen verhalen delen op het balkon
Ik ben ontzettend trots op mijn vader. Mi pa na mi kownu, mi lobi, mi krakti, mi libi, mi ala sani. Hij heeft toch ‘even’ mijn broer en mij, tot onze tienerjaren, groot gebracht. Hij deed alles voor ons. Hij bracht ons overal, haalde ons op, gaf regelmaat en structuur, kookte voor ons, deed mijn haar - staartjes, vlechten, los, opgestoken. Mi lob mi pa, nanga here mi ati.
Lorraine Vasilda (Amsterdam, ’87) is de jongste van haar vaders 10 kinderen, waarvan 5 jongens en 5 meisjes. Ze houdt van schrijven. Ze wil met haar verhalen anderen inspireren en kracht geven om weer door te gaan. Ze woont met haar zoontje in Lelystad. Ze is allround kapster van European en blackhair. Ze houdt ook van eten, zingen, kickboksen en koken.